Sender domains

Copernica gebruikt het concept van sender domains om e-mail simpeler te maken. Om de effectiviteit van je mailing te waarborgen moet je een aantal DNS records aanmaken. Deze records gaan over zaken als MX, SPF, DKIM en DMARC records. Copernica heeft het aanmaken van sender domains zo simpel mogelijk voor je gemaakt. Dit betekent dat in het dialoogvenster wordt aangegeven welke aliassen (CNAME records) je toe moet voegen om van onze DNS server gebruik te maken. Dit stelt ontvangers in staat om te zien dat Copernica toestemming heeft om vanuit iemand anders naam te e-mailen. Er worden significant minder e-mails afgeleverd als je bovenstaand proces overslaat.

Subdomein of hoofddomein?

Bij het opzetten van een sender domain kun je tussen twee opties kiezen. Je kunt of een hoofddomein aanmaken zoals example.com of een subdomein zoals newsletter.example.com. Het hoofddomein komt logischerwijs het beste over wanneer je e-mails naar je klanten verstuurt. Je reguliere e-mails worden waarschijnlijk al verstuurd vanuit het hoofddomein en dus staan de DNS instellingen daarop ingesteld. Laat je deze instellingen liever intact? Dan kun je het beste gebruik maken van een subdomein. Let goed op als je vanuit het hoofddomein wilt gaan versturen. Het wijzigen/aanmaken van DMARC records behoeft extra aandacht.

Domeinnaam valideren

Je kunt misbruik van sender domains voorkomen, door te bewijzen dat je echt de eigenaar bent van een domein. De Marketing Suite toont je een bericht, zodra je een sender domain hebt aangemaakt. Dit is een TXT record dat je toe moet voegen aan je domein. In dit TXT record zit een speciale code die alleen Copernica kan ontcijferen. Copernica ziet, nadat je het record aan je domein hebt toegevoegd, dat je daadwerkelijk de eigenaar van het domein bent. Vervolgens kun je verder gaan met het configureren van het domein.

De verschillende DNS records

De DNS server van Copernica wordt gebruikt om de juiste DNS instellingen in op te slaan. In je eigen domein hoef je daarom, zoals eerder is aangeven, alleen nog de aliassen (CNAME records) te plaatsen. De aliassen verwijzen op hun beurt weer terug naar de instelling op de servers van Copernica. In het dashboard van de Marketing Suite kun je precies zien welke records je moet aanmaken en aan de andere kant ook een waarschuwing gegeven als een record niet helemaal in orde is.

Het komt geregeld voor dat wijzigingen worden doorgevoerd op de DNS servers van Copernica. Je merkt niets van deze wijzigingen, omdat de aliassen van jouw domein verwijzen naar die van Copernica. De doorgevoerde veranderingen worden dus automatisch bijgewerkt. Er zijn nogal wat records die je aan moet maken. Hieronder een overzicht:

  • Een A record om clicks en opens te registreren;
  • Een MX record om de bounces en out-of-office replies af te vangen;
  • Meerdere DKIM records om e-mails van een digitaal DKIM signature te voorzien;
  • Een SPF record om de IP adressen van Copernica toestemming te geven om te mailen;
  • Een DMARC record om de DMARC rapportages van ontvangers af te vangen.

DNS records

Klaar met het instellen van je sender domain? Dan kun je nu e-mails gaan versturen!

Let op met DMARC

Het wordt wat ingewikkelder met DMARC records. Zeker als je e-mails wilt versturen vanuit het hoofddomein. Er kan namelijk maar één DMARC record per (sub)domein worden aangemaakt en er is een grote kans dat voor jouw hoofddomein een dergelijk record al bestaat. Dit bestaande record kun je niet zomaar weghalen of overschrijven. Je kunt ervoor kiezen om dan toch maar vanuit een subdomein e-mails te versturen. Dit is de simpele oplossing. Echter, voor het versturen vanuit het hoofddomein moet je wel extra maatregelen treffen. Hoe dat precies werkt leggen kun je teruglezen in het artikel: DMARC configureren.

Meer informatie