Productupdate - Eenvoudig externe feeds gebruiken, templates publiceren, profielen vastzetten en {$event}-variabelen

Eenvoudig externe content inladen

Het is nu mogelijk om externe content direct te gebruiken in je e-mailtemplate via een JSON- of XML-bestand, zonder dat je daarvoor XSLT nodig hebt. Je gebruikt Smarty om de content op te halen en te tonen. Dit maakt het eenvoudiger om bijvoorbeeld producten, aanbiedingen of andere gepersonaliseerde content in je e-mails op te nemen.

In dit artikel over externe content in templates vind je meer informatie over het instellen en gebruiken van feeds.

Publiceer je e-mailtemplate op een eigen webadres

Je kunt een e-mailtemplate nu direct publiceren op een eigen webadres. Handig als je een nieuwsbrief ook online wilt tonen of een tijdelijke actiepagina wilt opzetten.

Je stelt het webadres in via het tabblad Configuratie van je template. Je kunt hierbij je tracking-domein gebruiken, of een eigen (sub)domein instellen.

Gebruik je een eigen domein? Dan helpt Copernica je stap voor stap met de juiste DNS-instellingen.

Meer informatie over het instellen vind je ons artikel over het publiceren van e-mailtemplates als webpagina.

Profielen handmatig vastzetten in selecties

Je kunt nu profielen en subprofielen handmatig vastzetten in dynamische selecties en miniselecties. Zo blijven ze onderdeel van de selectie, ook als ze niet (meer) voldoen aan de selectiecriteria.

Wat kun je hiermee?

  • Tijdelijk iemand toevoegen aan een campagne zonder de selectie te hoeven aanpassen
  • Testprofielen meenemen in verzendlijsten
  • Belangrijke contacten vasthouden in je doelgroep

Vastgezette profielen herken je aan een slot-icoontje in het overzicht. Je kunt ze op elk moment weer losmaken.

Belangrijk

Een vastgezet profiel blijft altijd in de selectie, ook als het profiel zich uitschrijft of er een spamklacht wordt geregistreerd. Wees voorzichtig met het gebruik van deze functionaliteit. Onjuist gebruik kan negatieve gevolgen hebben voor je afleverreputatie.

Bekijk hoe het werkt in onze documentatie over profielen vastzetten.

{$trigger} wordt {$event}

De vertrouwde {$trigger}-variabelen hebben een nieuwe naam gekregen: {$event}. Beide varianten werken exact hetzelfde. In onze documentatie en communicatie gebruiken we vanaf nu de nieuwe naam.

Waarom deze wijziging?

De term {$trigger} wekt de indruk dat de variabele verwijst naar het begin van de opvolgactie. In werkelijkheid gaat het juist om het moment waarop het laatste blok wordt uitgevoerd. Tegen die tijd kan de context al zijn gewijzigd. Bijvoorbeeld: als er een nieuw profiel is aangemaakt in de opvolgactie, dan verwijst {$event.profile.VELDNAAM} naar dat nieuwe profiel en niet naar het profiel waarmee de opvolgactie gestart is.

Wil je alsnog gegevens uit de oorspronkelijke situatie? Gebruik dan {$event.original.profile.VELDNAAM}.

Wat gebeurt er met mijn huidige {$trigger}-variabelen?

Je hoeft niets te wijzigen. Bestaande opvolgacties met {$trigger} blijven gewoon werken zoals voorheen. De wijziging is puur van naam: {$event} is voortaan de aanbevolen vorm en beter passend bij wat de variabele daadwerkelijk doet.