Bekeken producten bijhouden

Copernica houdt standaard logfiles bij van pageviews, product-visits en andere events die door de webtracker zijn geregistreerd. Om eenvoudig selecties en gepersonaliseerde mailings te maken, is het handig om ook in Copernica vast te leggen welke producten zijn bekeken. Hiermee leg je een waardevolle basis voor gepersonaliseerde e-mailcampagnes. Denk aan aanbevelingen, herinneringen of segmentaties op basis van interesse. In dit artikel lees je hoe je dit aanpakt met de website tracker.

Voorbeeld databasestructuur

Een veelgebruikte aanpak is om in je klantendatabase een collectie toe te voegen met de naam VisitedProducts. Hierin houd je per profiel bij welke producten recent zijn bekeken, met van elk product wat gegevens die voor jouw selecties en mailings relevant zijn. Een mogelijke structuur is:

Veldnaam Veldtype Beschrijving
sku Tekst Product SKU of identifier
productName Tekst Naam van het bekeken product
productUrl Tekst URL van het bekeken product
lastVisited Datum+tijd Datum en tijd van het laatste bezoek aan dit product

Je kunt naar wens extra velden toevoegen, zoals categorie, merk, of andere producteigenschappen die voor jouw business relevant zijn. Over het algemeen heb je vooral velden nodig voor het maken van selecties, en niet zozeer voor het personaliseren van de mail. Als je een automatische koppeling met de API van een webshop hebt, of als je de gegevens van je website door Copernica met een web crawler laat scrapen, dan zijn alle productgegevens sowieso in mailings toegankelijk via Smarty-variabelen, ook als ze niet als velden in de collectie hebt aangemaakt.

Let op dat het niet uit de hand loopt

De subprofielen gaan we automatisch aanmaken vanuit opvolgacties naar aanleiding van gebeurtenissen die door de webtracker zijn geregistreerd (zoals pageview of product-visit events). Maar als je een grote website hebt, met veel verschillende producten en veel verkeer, dan kan dit er makkelijk toe leiden dat er onwerkbaar veel subprofielen worden aangemaakt. Een paar tips:

  • Werk bestaande subprofielen bij in plaats van altijd nieuwe aan te maken.
  • Beperk het aantal velden: sla alleen velden op die je nodig hebt voor selecties.
  • Stel een maximumgrootte en maximumleeftijd in voor subprofielen.

Bij het configureren van een collectie kun je een maximumgrootte en een maximumleeftijd instellen. Hiermee voorkom je dat er per profiel te veel subprofielen worden aangemaakt. Door deze instellingen slim te gebruiken, en door ook in je opvolgactie te zorgen dat je niet te snel nieuwe subprofielen aanmaakt, blijft de grootte van je collectie beperkt.

Productbezoeken registreren

Als je een webtracker op je website plaatst, gaat deze automatisch "pageview" events doorgeven. Dit zijn events die worden afgevuurd bij elk bezoek en bij elke pagina. Dit omvat dus productpagina's, maar ook algemene pagina's zoals adresgegevens, algemene voorwaarden, enzovoort, enzovoort.

Copernica ondersteunt naast pageview-events ook "product-visit" events die alleen worden getriggerd als een product-pagina wordt bezocht. Het is voor je opvolgactie makkelijker als je alleen naar deze events luistert. Echter: deze events worden niet standaard door de webtracker afgevuurd, en je zult dit dus zelf moeten doen. Dit kan op een aantal manieren:

  • Vanuit je backend met de REST API
  • Vanuit de frontend met een aanroep van copernica.trigger()
  • Met een opvolgactie waarbij je pageview-events filtert en omzet in product-visit events.

In dit artikel beperken we ons tot de laatste twee mogelijkheden.

Optie 1: copernica.trigger() gebruiken op productpagina's

Als je toegang hebt tot de broncode of Google Tag Manager van je website, kun je het event product-visit aanroepen met copernica.trigger(). Zo stuur je direct gegevens van de bezochte pagina naar Copernica.

Voorbeeld:

copernica.trigger('product-visit', {
  sku: 'ABC123',
  productName: 'Producttitel',
  productUrl: window.location.href
});

Vervang de waardes door dynamische variabelen uit je CMS of webshop.

Gebruik je Google Tag Manager? Volg dan deze handleiding.

Optie 2: Paginaweergaves omzetten naar product-visit events

Deze documentatie voegen we later toe.

Het vervolg: de opvolgactie

Zodra een product-visit-event is ontvangen, gebruik je opvolgacties om de collectie VisitedProducts bij te werken. Dit werkt als volgt:

  1. Maak in de automatiseringsmodule een nieuwe opvolgactie aan.
  2. Stel de scope in op je specifieke website tracker, of op je gehele account.
  3. Kies bij de start van de opvolgactie voor de triggergroep Events vanuit webshops (producten bekeken) en de trigger product bezocht.
  4. Voeg het blok Zoek naar een profiel/subprofiel toe. Zoek hierbij in het veld sku naar de waarde {$event.sku}.
  5. Als er geen match is: gebruik het blok Subprofiel aanmaken om een nieuw subprofiel toe te voegen.
  6. Als er wel een match is: gebruik het blok Velden en interesses bijwerken om de bestaande gegevens te updaten.

Bij het aanmaken of bijwerken van een subprofiel vul je de velden in die je in jouw collectie hebt gedefinieerd. In ons voorbeeld van de collectie VisitedProducts zijn dat bijvoorbeeld:

  • sku: {$event.sku}
  • productName: {$event.attributes.productName}
  • productUrl: {$event.attributes.productUrl}
  • lastVisited: {$smarty.now|date_format:"%Y-%m-%d %H:%M:%S"}

Het veld sku is de enige verplichte parameter van het product-visit-event. Daarom gebruik je hiervoor {$event.sku}. Alle andere velden, zoals productName of productUrl, stuur je zelf mee als extra parameters. Die roep je aan met {$event.attributes.veldnaam}.

Dit zijn voorbeeldvelden uit de voorbeeldstructuur hierboven. Je kunt de velden naar wens aanpassen of uitbreiden met eigen kenmerken, zoals merk of categorie.

Vervolg

De gegevens die je met bovenstaande stappen verzamelt, kun je gebruiken in e-mails, segmentaties of campagnes.