Opvolgactie blok: Event triggeren

Met dit blok kun je vanuit een opvolgactie automatisch een event triggeren. Op dat event kunnen één of meerdere andere opvolgacties reageren. Zo koppel je eenvoudig meerdere opvolgacties aan elkaar en kun je complexe workflows opbouwen, terwijl de individuele opvolgacties klein en overzichtelijk blijven.

Je kiest eerst welk event je wilt activeren. Daarbij geef je aan bij welke groep het event hoort en om welk soort event het gaat. Vervolgens kun je extra informatie meesturen met het event. Deze informatie kan door de volgende opvolgacties worden gebruikt om te bepalen wat er moet gebeuren.

Belangrijk is dat de naam van het event een gebeurtenis beschrijft — wat er is gebeurd — en niet een opdracht of commando. Hierdoor blijft de logica helder en is het eenvoudiger om opvolgacties te beheren en te hergebruiken.

Wat kun je doen in opvolgacties die reageren op events?

In die andere opvolgacties kun je bijvoorbeeld het profiel van een contact bijwerken, een subprofiel aanmaken of na een bepaalde wachttijd weer een nieuwe e-mail versturen. Je kunt op deze manier allerlei vervolgacties automatiseren die logisch volgen op het event.

Welke events kun je triggeren?

In principe kun je elk mogelijk event triggeren. Toch is het praktisch om eventnamen logisch en consistent te houden, zodat de opvolgacties overzichtelijk blijven.

Sommige voorgedefinieerde events, zoals bounce-events, klik-events, pageview-events, enzovoort, worden door Copernica zelf automatisch getriggerd. Het is daarom beter deze events niet handmatig te gebruiken in triggerblokken om verwarring en ongewenste duplicatie te voorkomen.

Copernica ondersteunt daarnaast diverse voorgedefinieerde events zoals product-visit of events om mutaties in winkelwagens door te geven. Deze events worden alleen getriggerd als je specifieke integraties hebt geïnstalleerd. Als je geen gebruik maakt van dergelijke integraties kun je deze events wel gebruiken in opvolgacties, zonder risico op conflicten.

Het allerveiligste en meest flexibele is echter het gebruik van events van het type custom. Deze events bepaal je volledig zelf, waardoor je de opvolgacties precies kunt laten aansluiten op jouw eigen proceslogica.

Voorbeeld

Stel dat je in een opvolgactie een e-mail met een whitepaper verstuurt. Zodra deze e-mail succesvol is verzonden, trigger je het custom event whitepaper-verzonden.

In één of meerdere andere opvolgacties luister je naar dit event whitepaper-verzonden. Op basis hiervan kun je bijvoorbeeld een subprofiel aanmaken waarin je specifiek gedrag of interesses van een contact vastlegt. Dit subprofiel kan vervolgens weer worden gebruikt in andere opvolgacties om gericht vervolgcommunicatie te sturen of analyses te maken.

Op deze manier beschrijven de eventnamen duidelijk wat er is gebeurd in het proces, in plaats van welke actie uitgevoerd moet worden. Dit maakt de opvolgacties overzichtelijker, herbruikbaar en beter beheersbaar.

Het voordeel is dat je opvolgacties overzichtelijk blijven: elke opvolgactie reageert op een event, voert een taak uit, en activeert vervolgens weer nieuwe events. Op die manier kunnen andere, aparte opvolgacties hierop reageren. Zo bouw je een heldere, modulaire workflow waarin de logica gestructureerd en goed beheersbaar blijft.