Logbestand - Uitgevoerde opvolgacties

Via het logbestand 'Uitgevoerde opvolgacties' kun je precies achterhalen welke stappen een opvolgactie heeft doorlopen, en waar deze eventueel is gestopt. Dit is handig voor het opsporen van fouten of onverwachte resultaten in je flow.

Inhoud van het logbestand

In het logbestand zie je per uitvoering van een opvolgactie onder andere de volgende kolommen:

  • Trigger: de oorzaak van het starten van de opvolgactie.
  • Time: het moment van uitvoering.
  • Profile: het profiel waarvoor de opvolgactie is uitgevoerd.
  • Subprofiel: het subprofiel dat de opvolgactie heeft gestart (indien van toepassing).
  • Followup scope: de scope van de opvolgactie (bijvoorbeeld database, collectie of website tracker).
  • Followup ID: het ID van de opvolgactie binnen de scope.
  • Container ID: ID van de scope (bijvoorbeeld '1' voor database #1).
  • From box: de box waar de uitvoering vandaan kwam.
  • To box: de box waar de uitvoering naartoe ging.

Werken met het logbestand

Met dit logbestand zie je precies welke stappen een opvolgactie voor een profiel heeft uitgevoerd.

  • Je kunt per profiel alle uitgevoerde stappen opvragen.
  • Per stap zie je van welke box (from box) naar welke box (to box) de opvolgactie is gegaan.
  • Zodra een to box niet meer terugkomt als from box, is de opvolgactie op dat punt gestopt.

Elke opvolgactie bestaat uit verschillende boxen. Elke box heeft een uniek ID dat je op twee plekken terugvindt:

  • In het logbestand, bij de kolommen From box en To box.
  • In de JSON-configuratie van de opvolgactie, onder Configuratie > Export.

Voorbeeld van hoe een box wordt weergegeven in de JSON-configuratie van een opvolgactie. Hier zie je onder andere het unieke ID, het type en eventuele instellingen.

{
  "id": "077628e8-946f-4573-a0b7-946017526def",
  "type": "delay",
  "position": {
    "x": 830.18,
    "y": 1267.03
  },
  "data": {
    "type": "smarty",
    "amount": "16",
    "unit": "day",
    "accumulate": "add"
  },
  "disabled": false
}

In de logbestanden worden deze box-ID’s gecombineerd met een prefix en het ID van de opvolgactie. De notatie is:

[scope][opvolgactie-ID]-B[box-ID]

Voorbeelden van scopes:

  • DF = Database followup
  • CF = Collection followup
  • WF = Webtracker followup
  • AF = Account followup
  • IF = Integration followup

Voorbeeld: DF64-B077628e8-946f-4573-a0b7-946017526def = box-ID 077628e8-946f-4573-a0b7-946017526def uit database-opvolgactie 64.

Praktisch voorbeeld

Stel je onderzoekt profiel 12873. In het logbestand zie je:

Time Profile From box To box
2025-05-10 09:41:03 12873 DF64-B5ea09c8-ad83-4bd3-9f85-4d858a1d7922 DF64-B4b27f7aa-1a3c-4e29-b7f3-fdcf55c6b892
2025-05-10 09:41:03 12873 DF64-B4b27f7aa-1a3c-4e29-b7f3-fdcf55c6b892 DF64-Bd91e3d6c-b0a3-4b72-a5ff-6ac33a2b8b7f

In dit voorbeeld zie je dat de to box van de eerste regel (DF64-B4b27f7aa-1a3c-4e29-b7f3-fdcf55c6b892) op de volgende regel terugkomt als from box. Dat betekent dat de opvolgactie daar is doorgegaan.

De tweede regel eindigt met een to box (DF64-Bd91e3d6c-b0a3-4b72-a5ff-6ac33a2b8b7f) die daarna niet meer voorkomt als from box. De flow is daar dus gestopt.

In de configuratie van opvolgactie 64 kun je op het ID d91e3d6c-b0a3-4b72-a5ff-6ac33a2b8b7f zoeken om te zien welke box dit is, en wat deze doet. Zo zie je snel of de uitvoering is geëindigd in een eindpunt, of dat er iets is blijven hangen.