Productupdate - Custom events in opvolgacties en selecties op template-folder
Custom events in opvolgacties
Het opvolgactiesysteem van Copernica ondersteunt nu ook custom events. Je bent niet meer gebonden aan de vaste lijst met voorgedefinieerde gebeurtenissen, maar kiest zelf welke events je wilt triggeren en welke opvolgacties daaraan gekoppeld worden.
Custom events geven je maximale vrijheid: je kiest zelf een naam voor het event en bepaalt wanneer en hoe het event wordt geactiveerd. Dit kan:
- via de JavaScript SDK vanuit je website met copernica.trigger()
- via de REST API
- via externe systemen
Belangrijk: events vanuit webtrackers moeten vooraf worden ingesteld
Wanneer je events triggert via de REST API, hoef je niets vooraf in te stellen. Maar als je events wilt triggeren met JavaScript van je webtracker, dan moet je om veiligheidsredenen vooraf aangeven welke events zijn toegestaan. Dit stel je in via de trigger-tab van je website tracker. Onderaan kun je daar custom events toevoegen die vanuit de browser geactiveerd mogen worden.
Voorbeelden van custom events:
- wishlist-toegevoegd
- review-achtergelaten
- of een eigen naam die past bij jouw situatie
Aan elk van deze events kun je opvolgacties koppelen, zoals het bijwerken van profielgegevens, het versturen van mailings, of het starten van een opvolgflow.
Binnenkort beschikbaar: events triggeren vanuit opvolgacties
Op termijn wordt het ook mogelijk om vanuit opvolgacties zelf (custom) events te triggeren. Deze functionaliteit is nog niet live, maar biedt straks mogelijkheden om grotere flows op te splitsen in overzichtelijke bouwstenen. Bijvoorbeeld: meerdere acties eindigen in een event als wishlist-toegevoegd of review-achtergelaten, waarna één centrale flow dat event opvangt en opvolgt.
Selecties op template-folder voor drag-and-drop-templates
Binnen de e-mailcondities voor drag-and-drop-templates kun je nu een template-folder selecteren. Dit is handig, omdat deze templates geen template-document structuur hebben zoals HTML-templates.
Voorheen kon je alleen één specifiek template selecteren en moest je meerdere condities toevoegen als je een selectie wilde maken over meerdere campagnes. Nu kun je met één selectie direct alle templates in een folder meenemen. Zo groepeer en beheer je campagnes veel eenvoudiger.
Het is nu mogelijk om externe content direct te gebruiken in je e-mailtemplate via een JSON- of XML-bestand, zonder dat je daarvoor XSLT nodig hebt. Je gebruikt Smarty om de content op te halen en te tonen. Dit maakt het eenvoudiger om bijvoorbeeld producten, aanbiedingen of andere gepersonaliseerde content in je e-mails op te nemen.
In dit artikel over externe content in templates vind je meer informatie over het instellen en gebruiken van feeds.
Publiceer je e-mailtemplate op een eigen webadres
Je kunt een e-mailtemplate nu direct publiceren op een eigen webadres. Handig als je een nieuwsbrief ook online wilt tonen of een tijdelijke actiepagina wilt opzetten.
Je stelt het webadres in via het tabblad Configuratie van je template. Je kunt hierbij je tracking-domein gebruiken, of een eigen (sub)domein instellen.
Gebruik je een eigen domein? Dan helpt Copernica je stap voor stap met de juiste DNS-instellingen.
Meer informatie over het instellen vind je ons artikel over het publiceren van e-mailtemplates als webpagina.
Profielen handmatig vastzetten in selecties
Je kunt nu profielen en subprofielen handmatig vastzetten in dynamische selecties en miniselecties. Zo blijven ze onderdeel van de selectie, ook als ze niet (meer) voldoen aan de selectiecriteria.
Wat kun je hiermee?
- Tijdelijk iemand toevoegen aan een campagne zonder de selectie te hoeven aanpassen
- Testprofielen meenemen in verzendlijsten
- Belangrijke contacten vasthouden in je doelgroep
Vastgezette profielen herken je aan een slot-icoontje in het overzicht. Je kunt ze op elk moment weer losmaken.
Belangrijk
Een vastgezet profiel blijft altijd in de selectie, ook als het profiel zich uitschrijft of er een spamklacht wordt geregistreerd. Wees voorzichtig met het gebruik van deze functionaliteit. Onjuist gebruik kan negatieve gevolgen hebben voor je afleverreputatie.
Bekijk hoe het werkt in onze documentatie over profielen vastzetten.
{$trigger} wordt {$event}
De vertrouwde {$trigger}
-variabelen hebben een nieuwe naam gekregen: {$event}.
Beide varianten werken exact hetzelfde. In onze documentatie en communicatie
gebruiken we vanaf nu de nieuwe naam.
Waarom deze wijziging?
De term {$trigger}
wekt de indruk dat de variabele verwijst naar het begin van
de opvolgactie. In werkelijkheid gaat het juist om het moment waarop het laatste
blok wordt uitgevoerd. Tegen die tijd kan de context al zijn gewijzigd.
Bijvoorbeeld: als er een nieuw profiel is aangemaakt in de opvolgactie, dan
verwijst {$event.profile.VELDNAAM}
naar dat nieuwe profiel en niet naar het
profiel waarmee de opvolgactie gestart is.
Wil je alsnog gegevens uit de oorspronkelijke situatie? Gebruik dan
{$event.original.profile.VELDNAAM}
.
Wat gebeurt er met mijn huidige {$trigger}-variabelen?
Je hoeft niets te wijzigen. Bestaande opvolgacties met {$trigger}
blijven gewoon werken zoals voorheen. De wijziging is puur van naam:
{$event}
is voortaan de aanbevolen vorm en beter passend bij wat
de variabele daadwerkelijk doet.